vanaf jouw locatie
Grootmeester en toptalent in een bijzonder programma voor viool en piano
Meesterviolist Frank Peter Zimmermann is terug in Nijmegen. Samen met Von Cliburn-prijswinnaar Dmytro Choni presenteert hij een bijzonder programma met Schubert, Brahms, Szymanowski en Bartók.
Niet iedereen krijgt een Stradivarius-viool in bruikleen, maar de gelauwerde Duitse violist Frank Peter Z…
Grootmeester en toptalent in een bijzonder programma voor viool en piano
Meesterviolist Frank Peter Zimmermann is terug in Nijmegen. Samen met Von Cliburn-prijswinnaar Dmytro Choni presenteert hij een bijzonder programma met Schubert, Brahms, Szymanowski en Bartók.
Niet iedereen krijgt een Stradivarius-viool in bruikleen, maar de gelauwerde Duitse violist Frank Peter Zimmermann mag al sinds 2016 op de ‘Lady Inchiquin’ uit 1711 (ex-Fritz Kreisler) spelen. Zijn sporen in de muziek heeft hij ruim verdiend. Zimmermann werkte samen met musici wiens naam even groot is als die van hemzelf, waaronder met Christian Zacharias die de serie van Kamermuziek Nijmegen dit seizoen aftrapt. Vanavond speelt Zimmerman met de bijna dertig jaar jongere Dmytro Choni uit Oekraïne, die alom wordt geroemd om zijn lijnenspel en muzikaliteit. De twee spelen samen sinds 2023, toen Choni nog studeerde aan het conservatorium in het Oostenrijkse Graz. Aan alles is te horen dat het klikt tussen deze twee musici. Muziek doet grenzen vervagen.
Het concert opent met Schuberts Variationen über 'Trockne Blumen', oorspronkelijk een deel uit diens Schöne Müllerin. Het tweede muziekstuk van de avond is gecomponeerd door de in Oekraïne geboren en in Polen getogen Karol Szymanowski (1882-1937). Zijn impressionistische werk Mity (‘Mythes’) is geïnspireerd door de Griekse mythologie. Het technisch ingewikkelde stuk vraagt om een uiterst precieze afstemming tussen pianist en violist.
Na de pauze volgt een arrangement van de Sonate in Es van Johannes Brahms (1833–1897), oorspronkelijk geschreven voor klarinet en piano. Heel anders klinkt Sonate nr. 2 voor viool en piano van Béla Bartók (1881–1945), die tot zijn meest radicale composities gerekend wordt. De sonate staat in C, maar dat is door de hoge mate van atonaliteit nauwelijks te horen.