Berlijn, 1942. Hilde sluit zich aan bij verzetsgroep ‘Die Rote Kapelle’. Daar ontmoet ze Hans en is, ondanks het voortdurende gevaar voor haar leven, een zomer lang intens gelukkig. Als de Gestapo in de herfst leden van de groep arresteert, is de inmiddels zwangere Hilde een van hen. In de gevangenis blijkt ze een sterkere vrouw te zijn dan ze zelf ooit had kunnen bedenken en weet ze de herinnering aan haar geliefde levend te houden.